Fijnschilder Henk Helmantel

 


Ik sprak troubadour Bert Ridderbos na afloop van het gedenkwaardige concert in het oude Groninger kerkje. Hij en Linde bleken een stel te zijn en Bert bleek in het bezit te zijn van een rijbewijs, sterker nog, hij was jarenlang naast muzikant ook vrachtwagenchauffeur geweest. Hij had verstand van oude kapotte auto’s en bleek dol op reizen naast muziek maken. Het leek mij een aardige alleskunner. Ik kreeg hem zelfs in het geheel niet bang toen ik, zwaar aangezet natuurlijk, mijn plannen voor een muzikale reis naar Bhutan uit de doeken deed. We moeten door Baluchistan (dat is het Taliban gebied op de grens van Pakistan en Afghanistan), we hebben wellicht politiebescherming nodig, de wegen zijn er slecht en bruggen soms opgeblazen, dus we moeten ook door rivierbeddingen. We zullen moeten afzien in onze tentjes, we krijgen slecht eten, vaak zelf koken, soms erg lange reistijden en dat alles op eigen risico, kortom, het is bepaald geen georganiseerde luxe vakantietrip naar de zon.

Naarmate mijn verhaal dramatischer werd begon Bert meer te glimmen. Fantastisch leek hem mijn plan. Hij keek naar Linde, die mijn verhaal ook half had aangehoord. Mmmm, antwoordde ze en ze keek mij aan met een blik van “wie is die man”.


Toen ik Bert vragen ging stellen over zijn cittern en vertelde van mijn ontmoeting met Druk Yul en de dranchen en de koninklijke zangeressen begon ook Linde steeds meer te glimmen. Ik denk dat ik haar die nacht ook een slapeloze nacht heb bezorgd.


Bert kende een cittern-bouwer in Engeland, die hij kon vragen een instrument te vervaardigen voor ons project. Hij kon dan onderweg op die cittern spelen en we konden hem bij aankomst in Bhutan als geschenk aanbieden aan de enige muziekschool in dat land. De school zat in nood en had een tekort aan goede muziekinstrumenten en muziekleraren. Een leuk idee.

Ik, stadjer, ging het Groninger land op naar een klein dorpje, gelegen tussen Middelstum en Loppersum, waar mijn vader en moeder elkaar voor het eerst hadden ontmoet. Mijn vader kwam in 1938 terug naar Groningen, na een lange “zwerftocht door donker Afrika” te hebben gemaakt, samen met een vriend, een Groninger boer. Ze hadden een film van hun avontuurlijke reis gemaakt, zeker niet gebruikelijk in die tijd. Mijn vader gaf sindsdien wel lezingen, zelfs voor de NCRV-radio en de NCRV-reisvereniging. In Westeremden had ik afgesproken met Henk Helmantel, die in dit dorpje als zoon van een fruitkweker geboren en getogen is. Hij zat samen met mijn neefjes en nichtjes in de klas. Mijn oom en tante boerden in hetzelfde dorp en kerkten in dezelfde kerk. Ik kwam er als stadsjongen in de schoolvakanties.

Toen het ijs al snel gebroken was vertelde ik hem mijn droom......

Over Bhutan, over de kroningsfeesten, over de muziek en over de cittern. Dat instrument werd inmiddels in Engeland nagebouwd vanaf een oud schilderij. Roger Bucknall gebruikte dit schilderij  hiervoor, waarop een lieftallige jongedame te zien is, die een cittern (in Oud-Hollands: sister) bespeelt terwijl ze een liefdesbrief krijgt aangereikt door de dienstmeid.
Het schilderij is in de 17e eeuw geschilderd door de Delftse Meester Johannes Vermeer.

Natuurlijk kende Henk dat schilderij uit het Rijksmuseum en hij werd steeds enthousiaster over mijn voorstel. Henk was, als altijd, druk aan het schilderen en had werk voor maanden liggen, hij liet me zijn recente schetsen zien van Duitse kerkinterieurs, daar lag nogal wat werk te wachten.......

Ik durfde hem nauwelijks voor te stellen voor ons project het stilleven “Road to Bhutan” te schilderen. Dat schilderij zou dan door ons als geschenk tijdens de plechtigheden in Bhutan aan de regering kunnen worden aangeboden. Het moest dan wel binnen acht weken af zijn......


Ik zag zijn gezicht betrekken. Inmiddels zaten we al twee uur te praten in de tuin in de zomerzon. Henk kreeg honger en pakte een blik met Bastognekoeken uit de keuken. Hij zette de koektrommel voor ons op tafel, neem maar. Ik keek naar de trommel en zag op de trommel de afbeelding van “De liefdesbrief”. Alweer geluk, dacht ik, Henk gaat het doen!



Niet lang daarna bezorgde ik hem op zijn atelier de Bhutanese attributen voor het stilleven en Bert kwam met de cittern. De klank was prachtig helder.

“Ik geloof niet dat ik eerder een muziekinstrument heb geschilderd”, sprak Henk tenslotte.


Bert kon het niet laten een oud Zweeds slaapliedje te spelen voor de kleindochter van Henk, op bezoek over vanuit Zweden, waar ze woont. Ze luisterde ademloos.






Twee maanden heeft de schilder met enorme discipline gewerkt aan het stilleven en stipt op tijd kon ik het komen halen, gereed voor vertrek.


 

Henk Helmantel